Voetbaden

Voetbaden worden al gauw als de (gemakkelijke)oplossing van veel klauwproblemen gezien. Natuurlijk werkt een voetbad alleen bij infectieuze klauwaandoeningen en is een juiste toepassing de eerste prioriteit. Een goed voetbad is tenminste 3 meter lang, vijftien centimeter diep en tachtig centimeter breed. De poten moeten er niet langs gezet kunnen worden en eigenlijk dient elke klauw er 2x ingezet te worden. Het vloeistofniveau dient tot aan de bijklauwen te komen.

De bodem van het bad dient voldoende stroef te zijn, om uitglijden te voorkomen. Profielen op de bodem die de klauwen spreiden, zijn niet wenselijk omdat hierdoor de tussenklauwspleet  bovenaan gedicht wordt waardoor de vloeistof  daar niet komt.

Een nieuw soort voetbad is het hieronder getoonde model dat eigenlijk uit 2 aparte bakken bestaat, met een verbindingsrooster. Doordat de mest op het verbindingsrooster valt, wordt het bad veel minder vervuild.

In verband met de vervuiling van het voetbad moet men ook uitgaan van maximalal 150
doorwadingen van het bad.

De beste plaats voor een voetbad is in de terugloop van de melkstal. Liefst een verplaatsbare bak die makkelijk te reinigen is, om te voorkomen dat het voetbad een besmettingsbak wordt. Ook kan een los voetbad bij jongvee of droge koeien gebruikt worden.

Optimaal is het om te zorgen dat de koeien met schone klauwen door het voetbad gaan, dwz. eerst de klauwen schoonspuiten in de melkstal of werken met 2 voetbaden waarbij het eerste alleen water bevat. Als de koeien door het voetbad zijn geweest dienen ze nog zeker een half uur  vast op een schone vloer te kunnen staan.

De meest gebruikte oplossingen in het voetbad zijn formaline en/of koper-zinksulfaat. Veel commerciële middelen zijn hierop gebaseerd.

Bij formaline gaat men uit van een oplossing van 3 tot 5 %, indien het sterker gemaakt wordt bestaat er kans op verbranding van de huid. Dit kan ook gebeuren indien de dieren te lang in het bad blijven staan. Formaline werkt het best boven 12 graden.