Bevangenheid

Bevangenheid is een stofwisselingsziekte van de klauwlederhuid, die vooral ontstaat rond het afkalven, maar ook het gevolg kan zijn van ziekten zoals uierontsteking, slepende melkziekte of van een ernstige pensverzuring. Door gifstoffen die in het bloed komen wordt de hoornvorming verstoort.
Voortdurende overbelasting van de klauwen werkt bevangenheid ook in de hand. Een gevolg van bevangenheid is een extra en slechte hoornvorming waardoor de klauw nog meer overbelast wordt met als gevolg dat de lederhuid beschadigt wordt en uiteindelijk zool-zweren en witte lijn ontstekingen zullen ontstaan. Deze extra hoornvorming betreft meestal de achterbuitenklauwen.

Vaak wordt bevangenheid pas ontdekt als de koe bekapt wordt aan de hand van geel/rood verkleuringen van de zool, inferieure kwaliteit van het hoorn, witte lijn defecten en in een later stadium zoolzweren.

Andere kenmerken zijn een geknikte voorwand, afzakkende groeiringen, een opstaande klauwpunt en een volle zool.
Dieren die eenmaal bevangen zijn geweest hebben een grotere kans op herhaling.

Het voorkomen van bevangenheid bestaat uit:
Het tijdig en vakkundig bekappen zodat er zo min mogelijk sprake is van overbelasting
Voldoende structuur in het rantsoen
Juiste verhouding tussen ruwvoer en krachtvoer
Geleidelijke rantsoenwijzigingen
Voldoende, comfortabele ligplaatsen zodat klauwen niet overbelast worden
Geen overbezetting in de stal
Zachte ondergrond.

 

(Cattle Lameness and Hoofcare R.Blowey)